In de herfst en winterperiode neemt de voedingswaarde, structuur en het droge stof gehalte van het gras geleidelijk af.
Hierdoor krijgt je paard/pony wanneer hij op het weiland staat steeds minder voedingsstoffen binnen. Het is daarom aan te raden om geleidelijk hooi of voordroog op de weide te gaan bijvoeren.
Weersomstandigheden en lichturen
Gras groeit onder de invloed van licht, warmte, vocht en de voedingstoffen die beschikbaar zijn in de bodem. Omdat in de herfst de tempraturen dalen en het aantal lichturen minder wordt zal het gras geleidelijk minder groeien en uiteindelijk helemaal stoppen met groeien. Daarbij is de groei en de voedingswaarde ook afhankelijk van de voedingstoffen die nog in de bodem aanwezig zijn. Veel paardenweides worden één keer in het jaar bemest en intensief gebruikt. Hierdoor wordt de voedingswaarde aan het einde van het jaar ook minder. Verder is het in de herfst een stuk vochtiger en verdampt er dus minder water uit het gras waardoor het droge stof gehalte lager ligt.
Wanneer de tempraturen overdag onder de 5 graden en s’nachts onder de 10 graden graden blijven stopt het gras met groeien.
Droge stof behoefte
Een paard moet eigenlijk 24/7 kunnen eten om zijn maag en darmen in balans te houden. Dit komt erop neer dat je paard/pony maximaal 2 t/m 2,5 % droge stof opneemt per 100 kg lichaamsgewicht. Om het verteringsstelsel gezond te houden heeft je paard minimaal 1% droge stof per 100 kg lichaamsgewicht per dag nodig.
Wanneer een paard/pony 24/7 in het weiland staat heeft hij in de zomerperiode +/- 0,4 hectare nodig om met alleen gras in deze droge stof behoefte te voorzien. Wanneer in de herfst en winter het gras minder tot niet meer groeit bevat het niet meer voldoende droge stof om in deze dagelijkse behoefte te voorzien.
Daarom is het verstandig om ook al staat je paard/pony niet 24/7 op het weiland om toch hooi of voordroog bij te voeren en hier op tijd mee te beginnen. Zo maak je de overgang van gras naar hooi of voordroog geleidelijk en kan het spijsverteringstelsel zich aanpassen.
Signalen van te weinig ruwe celstof:
- Wanneer je paard onder bomen zand gaat eten. Deze plekken bevatten namelijk vezels van bladeren, bast en stengels.
- Knagen aan bomen of houten omheining.
- Geïrriteerd of drukke indruk maken
- Verveling tonen
Gezondheidsproblemen:
Wanneer je paard/pony langere periodes niet voldoende droge stof krijgt kunnen er allerlei verterings- en gezondheidsproblemen ontstaan. Daarbij is er een vergrootte kans op een opname van te veel zand wanneer het gras erg kort wordt afgegraasd.
Tips:
Wanneer je ruwvoer gaat voeren op het weiland wil je natuurlijk zo min mogelijk verlies en onrust wanneer je paard/pony in een kudde staat. Daarom hebben we een aantal handige tips voor je:
-
Voer op verschillende plekken met voldoende tussenruimte. Wanneer je paard of pony in een kudde staat is het belangrijk om voldoende plaatsen te creëren waar je het ruwvoer aanbiedt. Houdt er hierbij ook rekening mee dat er tussen deze voerplaatsen voldoende ruimte zit. Zo kunnen alle paarden en pony’s rustig eten en zal er minder voernijd en strijd ontstaan omdat de lagere in rang worden weggejaagd door de dominantere dieren.
-
Gebruik eventueel een slowfeeder, zo moet je paard/pony meer moeite doen voor het ruwvoer en wordt er ook minder verspild. Slowfeedernetten met een maaswijdte van 3 tot 5 centimeter hebben ook een beperkend effect op de opname.
-
Moet je paard/pony wat afvallen? Combineer dan het hooi/voordroog met stro. Stro is een zeer geschikt ruwvoer omdat er maar een verwaarloosbare hoeveelheid suiker in zit en een droge stof gehalte van gemiddeld 85%. De voedingswaarde is dus laag maar het bevat wel lekker veel structuur. Veel mensen zijn bang voor verstoppingen (koliek) door stro maar wanneer je stro op een juiste manier voert is het zeer geschikt, ondergewaardeerd ruwvoer. Voer het hooi en stro altijd gemengd. Dan begint je paard met het hooi, komt de speekselproductie en de darmen op gang en is het verteringsstelsel voorbereid op het stro waar je paard na het hooi mee verder gaat.
-
Voer niet van de grond. Biedt het ruwvoer aan in een bak of hangend hooinet/slowfeerder, zo voorkom je dat er veel verloren gaat en dat je paard/pony te veel zand binnen krijgt.
-
Voer op een zo droog mogelijke ondergrond. Probeer de voerplekken op plaatsen te creëren waar de ondergrond zo droog mogelijk blijft zoals hoger gelegen plekken in het weiland. Ideaal is natuurlijk een verharde ondergrond.
-
Vul aan! Hoe minder en hoe armer ruwvoer je voert, hoe meer vitaminen, mineralen, spoorelementen en andere nutriënten aangevuld moeten worden om tekorten te voorkomen! Dit kun je oplossen door de hoeveelheid Fibra iets te verhogen.
